In een artikel van 29 juli 2019 van Rendement.nl
wordt
vastgesteld dat bijna 1 op de 5 loonstroken fout is. Een van de oorzaken is een
wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna te noemen
WML). 18% van de werknemers zou mogelijk te weinig vakantiegeld krijgen doordat
hun overuren niet als grondslag worden meegenomen terwijl dat sinds 1 januari 2018 wel moet. Bij CAO zou hiervan afgeweken kunnen worden, zo is te lezen in veel vakinformatie. Dat klopt, maar let op! Er is wel een aantal voorwaarden. Hieronder licht ik toe wat de wijziging van de
wet WML inhoudt, waarom de wijziging noodzakelijk was en wat hij voor effect
heeft gehad.
Reden tot wijziging
Op 1 januari 2018 is er een aantal wijzigingen doorgevoerd
in de wet WML. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel licht de
toenmalige minister van SZW, Lodewijk Asscher, toe waarom de wijziging noodzakelijk
was.
Voor 1 januari 2018 regelde artikel 12 WML enkel dat in
geval van deeltijdwerk het minimumloon naar rato vastgesteld moest worden. Een
medewerker die 12 uur werkte bij een normale arbeidsduur (NAD) van 38 uur, had
dus recht op (12/38) van het geldende WML. Echter, voor de medewerker die 50
uur werkte in plaats van 38 was niets geregeld. Wettelijk gezien had die
medewerker voor 50 uur werk slechts recht op het WML gebaseerd op 38 uur. Dit
resulteerde in uurlonen die ver onder het minimumloon lagen. De inspectie SZW
kon hier niet handhavend tegen optreden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State heeft namelijk op 7 mei 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:1622) bepaald dat
de expliciete grondslag, benodigd voor het handhavend optreden tegen deze overtreding
van de wet WML, ontbrak. Als reactie daarop heeft minister Asscher de
wetswijziging van 1 januari 2018 voorgesteld.
Inhoud van de wijziging
Artikel 12 WML regelt sindsdien dat het minimumloon naar
evenredigheid verminderd en vermeerderd
wordt. Iemand die 50 uur in plaats
van 38 uur werkt heeft nu recht op (50/38) x WML. Doordat overuren nu bij het
WML horen, zijn ze ook
grondslag geworden voor het vakantiegeld. Als gevolg hiervan is artikel 6 WML aangepast: De uitzondering dat overuren niet meetellen voor de berekening
van het vakantiegeld is geschrapt.
Afwijken bij CAO
Voortaan moet over alle overuren dus vakantiegeld worden
opgebouwd. Bij CAO kan daarvan worden afgeweken. Let op:
vaak wordt de voorwaarde vergeten dat een medewerker
tenminste 108% van het WML moet verdienen (artikel 16 WML, lid 2). Dus de persoon die onder een CAO valt waarin
overwerk is uitgesloten als grondslag voor het vakantiegeld en exact WML
verdient, heeft toch recht op vakantiegeld over zijn overuren ondanks de CAO
.
Een rekenvoorbeeld:
Medewerker X verdient 1640 euro per maand. Hij heeft een
full time contract voor 40 uur per week. In de zomermaanden werkt hij extra. Hij
werkt 60 uur per week in de maand augustus. De CAO van het bedrijf waar medewerker
X werkt, sluit overuren uit als grondslag voor het vakantiegeld. Hij bouwt € 131,20
(1640 x 8%)
vakantiegeld op. Volgens de nieuwe wettelijke regeling is het
WML waar hij recht op heeft 60/40 x WML = 2453,40. Het bijbehorende minimumvakantiegeld
is 2453,40 x 8% = € 196,27
. Het vakantiegeld wat hij nu krijgt is te laag.
Voor deze medewerker kan de CAO geen uitzondering maken; hij heeft recht op
vakantiegeld over zijn overuren.
Conclusie
Concluderend heeft de wijziging van de wet WML het volgende
effect gehad:
·Alle werknemers zonder CAO hebben recht op
vakantiegeld over hun overuren
·De minimumgrens waarboven vakantiegeld bij CAO
mag worden uitgesloten is verhoogd met (overuren/normale arbeidsduur) x WML.
Het bovenstaande laat zien dat wetgeving continue verandert
en dat een up-to-date salarisadministratie enorme nabetalingen (8% x alle
overuren!) kan voorkomen. Maak het uzelf gemakkelijk door de
salarisadministratie uit te besteden bij AVL Salaris. Wij zijn op de hoogte van
de nieuwste ontwikkelingen op salarisgebied en adviseren u graag over de meest
optimale situatie voor uw bedrijf!
Schroom niet en neem contactop!
